De MSV-stijl
Wij zullen natuurlijk met kracht ontkennen, dat er een MSV-stijl is, want ieder van ons wordt geacht te spelen overeenkomstig zijn eigen aard en talenten. Maar sommige stijlfiguren kom je in de Oase toch wel vaak tegen, b.v. de zgn. Stefan-stijl: een mooie stelling nog mooier (en ingewikkelder) maken, waarbij afruil zo lang mogelijk wordt uitgesteld. Het gevaar daarvan is dat je in tijdnood alles uit je handen laat kletteren. Ons tijdschrift heeft daar nogal eens tragische voorbeelden van getoond.
Alexander toonde laatst een variant daarop. Vrijwel de gehele partij schrok hij terug voor beslissend-lijkende zetten. Met nog 5 minuten op de klok veranderde hij in een vastberaden en doeltreffende schaker die net nog op tijd de partij wist te winnen.
Terzelfder tijd was Roelof-Jan bezig de koppositie te nemen door Alwin te verslaan. Toen ik hem vroeg waarom hij tegen mij wel fouten maakt en niet tegen de finefleur van de vereniging, luidde het antwoord: "Tegen Alwin krijg je altijd een hoop extra tijd." (Alwin: "Omdat Alwin een nog grotere prutser is" red.)Dit werpt een ander licht op het rendement van veel tijd verbruiken.
Iemand die van al het boven genoemde schaak niets moest hebben, was Jan Jonkman. Bij een klein voordeeltje ruilde hij de zware stukken en begon met pionnen en lichte stukken een guerrilla, waarbij het kleine voordeel vaak tot winst uitgroeide.
Jan kreeg echter nauwelijks navolging. Bij veel Meppeler schakers leeft toch het romantisch gevoel van groots en meeslepend te moeten spelen. Een extreem voorbeeld hiervan blijkt Foppe Jonkman te zijn. Hij rekt de varianten zo veel mogelijk op en verblijft daarbij vaak zettenlang op de rand van de afgrond. Nogal enerverend om naar te kijken en niet aan te bevelen voor mensen met een zwakke gezondheid.
Ook Kees heeft een duidelijke stijl. Hij is sterk met zware stukken in de vrije ruimte. In de interne competitie poogt hij vaak snel een dergelijke situatie te forceren, maar daarbij kunnen fouten optreden. De manier waarop Piet Bouter, toch een vredelievend man, hem onlangs wegblies, was beslist amusant.
Het mooist is schaken tegen Menno. Hij doet een reeks fluwelen zetten, die geen van allen een concrete dreiging lijken in te houden. Toch blijk je na verloop van tijd verloren te staan. En blijft niets anders over dan te glimlachen en op te geven.
Was getekend,
Ton Staarink.
Ik neem mijn opmerking terug…ik mag van Yge niet meer zeggen dat ik pruts…