Meppel 1 speelt spannende wedstrijd in Winterswijk

Gisteren stond de 7e ronde van de KNSB competitie op het programma. Het betrof een uitwedstrijd in Winterswijk. Een mooie plaats met een mooi centrum, maar ook een plek waarvan je denkt dat je er bijna bent als je een uur gereden hebt en je je dan realiseert dat je nog een heel stuk moet rijden. Bij het begin van de ronde stonden we er met een vijfde plaats goed voor. Over het algemeen zijn 7 wedstrijdpunten ook voldoende om niet te hoeven degraderen. Maar om ook theoretisch veilig te zijn, zijn extra wedstrijdpunten natuurlijk altijd prettig. Met invaller Stefan in de gelederen gingen we vol goede moed (en sommigen al om een uurtje of 10) op weg naar Winterswijk.

De opstelling van Winterswijk bleek redelijk te zijn zoals verwacht. Ze hadden hun sterkste speler weliswaar op bord 5 gezet, maar voor de rest zaten ze aardig op rating. Aangezien wij dat ook zaten, waren er niet veel borden waar de strijd bij voorbaat al beslist leek.

Al vroeg in de middag kwamen we op voorsprong. Hoewel ik al een paar dagen ziek(jes) was en even had overwogen af te zeggen, was er op het bord weinig van te merken. Mogelijk lag dat ook aan het spel van mijn tegenstander, die in de opening zijn paard wat doelloos heen en weer speelde en daardoor zoveel tijd verloor dat onderstaande stelling op het bord kwam.

Hoe ga je verder?

Na 18. Dd1-e1 en 19. De1-d1 was de witte stelling rijp voor de sloop. Maar hoe ga je inderdaad verder? Met een zet als 19. …Lh6 kan je materiaal winnen. Bijv. met 20. Ta3, Pdf3+, 21. Txf3, Pxf3+; 22. Dxf3, Lxd2. Zwart staat een kwaliteit voor, maar… je mooie paarden zijn eraf en je moet misschien nog een eindspel spelen om te winnen. Je zou kunnen zeggen dat de activiteit van de zwarte stukken meer waard is dan de kwaliteit en dan kom je tot: 19. …h5!? -+. Dit lijkt misschien eng, omdat je ook je eigen koning open gooit, maar wit heeft geen enkel stuk gericht op je koning. Aangezien een zwakte pas echt een zwakte is als je die kan aanvallen, hoef je er niet bang voor te zijn. De zet introduceert nieuwe dreigingen voor de witte koning; De partij eindigde met 20. gxh5; gxf5; 21. exf5, exf5; 22. c3, f4 (zwart wint alsnog materiaal, maar houdt nu ook de volledige druk én de koningsaanval. Van een eindspel is geen sprake!) 23. cxd4, fxe3; 24. Pde4 (op 24. dxe5 volgt gewoon 24. … Dxg3 en Pd2 blijft hangen in de penning). 24. … Txd4; 25. De1, f5; 26. Lxe3, fxe4; 27. Lxd4 en nu een belangrijke tussenzet om de laatste verdediger van de witte koning uit te schakelen: 27. … Pf3+! 28. Lxf3, Lxd4+; 29. Kh2, Txf3, waarna mijn tegenstander de klok stil zette, geen hand wilde geven en eerst in het Duits brabbelde en daarna op mijn verzoek in het Engels vertaalde dat als ik ziek was, ik vooral thuis in bed moest blijven liggen. Kennelijk had ik iets te veel gehoest tijdens de partij en, aan de manier waarop hij zijn pen na elke genoteerde zet neergooide te horen, was dat hem met het instorten van zijn stelling beginnen te irriteren. Ik zal maar niet opschrijven wat ik daarop heb teruggezegd. Leukere reacties die we in de post-mortem hadden verzonnen waren: “Klopt, voor zo’n korte partij was ik ook liever in mijn bed blijven liggen,” “Ja, ik had er tijdens de partij ook last van, want ik zat maar een beetje aan te kranten en normaal gesproken speel ik veel beter” of “Joh, je mag me gerust bellen, ik geef namelijk ook schaaktrainingen en gezien je spel heb je die ook wel nodig.”

Na de 1-0 volgde nog meer goed nieuws. Stefan had op bord 7 een prima partij gespeeld. In zijn stijl kreeg hij een veelbelovende stelling op het bord. Hij had het centrum, een loper tegen een paard en wat leek op een veelbelovende koningsaanval die verder was dan de koningsaanval van zijn tegenstander. Helaas overzag Stefan een zet waardoor de dames geruild moesten worden. Hierop bood hij remise aan, wat werd aangenomen.

Ook Bas D(udink) kwam tot remise. Volgens eigen zeggen was het een saaie partij waarin alle muziek al snel uit de stelling verdween. Daardoor stond het op dat moment 2-1, met een groot deel van onze toppers nog bezig en met Fokke en Micha die ook goed onderweg waren. Helaas sloeg toen het noodlot toe…

Fokke was op bord 5 tegen de sterkste speler van Winterswijk aanbeland. Desondanks kreeg hij een goed eindspel op het bord. Ik weet helaas niet meer precies hoe alles stond en kan geen plaatje bijvoegen. In een eindspel van dame tegen toren, loper (en 2 pionnen helaas) kreeg Fokke ook een remise aanbod. Dat had hij niet gehoord, maar een (paar) zet(ten) later drong het wel tot hem door. Hij overlegde met Micha en kreeg groen licht om risicoloos op winst te spelen, gezien de stand in de competitie en de stand op de andere borden. Dat risicoloze bleek echter niet helemaal te gaan zoals gewild. Fokke meende zijn tegenstander met koning en dame mogelijk mat te kunnen zetten, wat zijn tegenstander na de partij voor onmogelijk hield, maar gaf daardoor aan zijn tegenstander zeer gevaarlijk tegenspel met een vrije d-pion. Die vrijpion bleek beslissend, zodat Fokke alsnog kopje onder ging en de stand weer gelijk was. 2-2

Het andere drama voltrok zich op het bord van Micha. Micha had met zwart een stelling opgebouwd waarin hij eigenlijk alles had wat zijn hartje begeerde. Heel veel ruimte, en stukken die ook nog wel te ontwikkelen waren wanneer hij daar behoefte aan had. Uiteindelijk koos zijn tegenstander om een stuk te geven. Micha haalde met verdedigend spel de 40e zet, kreeg er tijd bij en toen kwam de volgende stelling op het bord. De opgave luidt: zwart aan zet wint. Kijk je eerst zelf?

Zwart heeft een stuk meer en het lijkt erop dat het niet lang meer duurt, voordat hij wit ofwel mat gezet heeft, ofwel de h-pion (met schaak) van het bord mept. De h-pion is in ieder geval sneller dan de witte a-pion vanwege al die schaakjes. Maar vraag blijft: wat is nou de winnende zet? De enige twee winnende zetten blijken …Kh7 en …Kf6 te zijn. Heb je al gezien waarom? Micha speelde …Pxf5 en kon alleen maar zijn bewondering overbrengen aan zijn tegenstander toen die Df7+!! speelde. Een dolle dame terwijl het bord nog best wel vol stond met pionnen en stukken. Na Kxf7 was het pat en konden we de overwinning wel vergeten.

Op bord 1, 3 en 4 speelden respectievelijk Bas d(e Boer), Dennis en Richard nog hun partij. Waar je normaal gesproken meer dan 1,5 punt verwacht van deze kanonnen, hadden al onze drie spelers nog een hele flinke dobber aan hun eindspel. Alle drie stonden namelijk flink minder.

Dennis had het relatief gezien het makkelijkst. Hij verdedigde een toreneindspel met 3 tegen 2 op dezelfde vleugel. Dat is normaal gesproken remise (je ruilt de 2 pionnen af en met K+T+1 pion vs K+T kan je niet winnen (Philidor-positie of met een b- en een g-pion is ook bivakeren op de onderste rij zelfs genoeg)) en dit bleek geen uitzondering te zijn, ondanks dat zwart een vrije h-pion had. De marge werd volgens Dennis niet overschreden en dat geloven we dan maar.

Richard verdedigde ook een toreneindspel, maar dan met 2 pionnen minder. De volgende stelling kwam op het bord.

Zwart speelde net 1. …Ta8 en dreigt met de pion te gaan lopen. 2. Td1 is dus een logisch begin, maar daarna speelde Richard 2. …Tc8!, 3. Ta1, Tc4; 4. g3. Hier speelde Richard 4. … Kg7, en na 5. Ta2 kwam 5. … Tc3. Dit is een interessant moment in het eindspel. Wit koos voor de ruil van de a-pion tegen de g-pion. Daar kom ik straks op terug. De vraag die echter gesteld moet worden, is of wit niet kan winnen met zijn verbonden vrijpionnen. Praktisch lijkt dit een betere kans en kan hij zo in een boek over eindspelen. Laten we eens analyseren.

De eerste vraag die gesteld moet worden is of 5. Ta2 nodig is. Het is namelijk het minst actieve veld van het bord. De toren hoort niet voor de vrijpion, maar hoort erachter. Een idee is dus om 5. Tb1!? te spelen. Nu komt echter 5. … Txc2, 6. Tb7+, Kh6; 7. Ta7, Ta2! en de witte koning is afgesneden van de vrijpionnen. Zwart houdt remise.

Dat leidt tot het volgende plan: 5. Ta2, Tc3; 6. Kg2, a3!; 7. Kh3, Kh6; 8. Ta1!? Zwart mag niet de c-pion ruilen tegen de a-pion en het idee is om achter de a-pion te kruipen met Tb1. Na 8. … Kg6, 9. Tb1 werkt 9. … Tc6 niet, want wit speelt 10. c4 en zwart wordt uiteindelijk geforceerd om de c-pion te ruilen tegen de a-pion, omdat de zwarte koning niet alles zelf kan verdedigen. Dus 9. … Txc2, 10. Tb6+, Kh7; 11. Ta6, a2. De vraag die gesteld moet worden is: wint dit eindspel? We raadplegen het ‘martelwerktuig’ Understanding Rook Endgames van Karsten Mueller en Yakov Konoval, een schaker die ook meegeholpen heeft aan de fameuze Tablebases, die ons van eindspelen (inmiddels met 7 stukken/pionnen of minder op het bord) precies kunnen vertellen of het eindspel wint of niet. Het antwoord is dat het afhangt van hoe ver de vrijpionnen van wit zijn. Als ze ooit op de 6e rij verschijnen, dan wint wit wel. Maar zwart kan dit voorkomen als hij het in bijv. onderstaande stelling goed doet, te bereiken na: 12. h5, Kg7; 13. Kh4

Analysediagram

Dit is een diagram dat ik in het eerder genoemde boek op p. 181 terugvind en het komt voort uit de partij C. Bernard – Benoit, Courchevel 1979 (1-0). In de partij deed zwart het verkeerd met: 69. … Td2, 70. g4, Tb2; 71. h6+, Kh7; 72. Kh5, Th2+; 73. Kg5, Tb2; 74. Ta7+, Kg8; 75. Kh5, Tc2; 76. g5, Tb2; 77. g6, Th2+; 78. Kg5, Tg2+; 79. Kf5, Tf1+; 80. Ke4 en wit zigzagt zich een weg naar de zwarte toren, waarna wit wint, ook al moet je even opletten dat je niet h7 speelt, want dan heb je mogelijk te maken met een dolle toren.

Zwart kan in bovenstaande stelling echter remise maken door rekening te houden met 2 dingen: 1) de zwarte toren moet zo ver mogelijk van de witte koning vandaan blijven om schaakjes te blijven geven. De ‘checking distance’ zoals het in het Engels wordt genoemd, is een terugkerend element in veel verdedigingen in het toreneindspel. Zo ver mogelijk weg van de vijandelijke koning is vrijwel altijd cruciaal. 2) De zwarte koning mag niet op h7 of g7 blijven, maar moet naar f7. Dat had Richard dan als volgt moeten doen: 13. …Tb2! 14. g4, Kf7! en dat is de sleutel tot remise. 14. … Kh7 verliest namelijk terrein na 15. Ta7+, omdat 15. … Kh6 niet werkt vanwege 16. g5 mat. Wat zijn pogingen die wit na 14. … Kf7 kan ondernemen?
A. 15. g5: nu komt de schaakafstand tot zijn recht. Zwart blijft net zo lang schaakjes geven tot de witte koning bijna de toren kan aanraken en daarna speelt zwart Tb5 en wint 1 of beide pionnen van wit. Zelfs al zou wit alleen de g- of de h-pion overhouden, dan nog is de verdediging daarna triviaal: zelfs met passieve verdediging op de onderste rij komt wit er niet door.
B. 15. Kg5: nu komt wederom hetzelfde mechanisme tot stand als na 15. g5. Belangrijke wending is namelijk dat na 15. … Tb5+, 16. Kh6 niet kan, omdat zwart 16. … Tb6+ heeft.
C. 15. h6: wederom kan zwart nu remise maken met de wending 15. … Tb6! waarna zwart de h-pion ruilt voor de zwarte a-pion. Bijv. door 16. Ta7+, Kg6; 17. h7, a1D; 18. Txa1, Kxh7 met remise
D. 15. Ta7+ is de laatste mogelijkheid, waarna zwart ook maar 1 zet heeft die remise maakt: 15. … Kf6! waarna de witte koning er niet bij komt en 16. g5+, Kf5 werkt ook niet, omdat er daarna pionnen af gaan, bijv. met 17. h6, Tg2; 18. h7, Th2+; 19. Kg3, Txh7.

Ondertussen zien we ook het belang van de pionzet …a3. Als wit achter de vrijpion probeert te komen en hem weet te stoppen op a3 en niet op a2, dan gaan de bovengenoemde varianten niet op. De truc met het schijnoffer van de toren werkt dan niet, omdat de pion niet op promoveren staat en de toren dan wél geslagen kan worden (zie variant C zet 13. …Tb6: die kan je slaan als de zwarte pion niet op a2 maar op a3 staat). Dat roept de vraag op of 4. … Kg7 wel zo handig was i.v.m. 5. Kg2!? Het idee is dat na 5. … Txc2+, 6. Kh3, Tc4 het erop lijkt alsof de zwarte vrijpion niet op tijd naar a3 kan komen. Zwart heeft echter nog een slimme verdediging tegen 7. Tb1 in 7. … Tc7! Dit voorkomt het schaakje en nu dreigt zwart zelf achter de vrijpion te gaan staan.

Terug naar de partij, want dit was een mooi voorbeeld van het concept afsnijden en van de ‘Frontal Defence’. Na 5. Ta2, Tc3 speelde wit dus 6. Txa4, Txg3+; 7. Kf2; Tc3; 8. Ta2, waarna Richard met 8. … Th3 ook de h-pion won met 9. Ke2, Txh4.

Nu heeft wit 2 mogelijkheden. De eerste zou 10. Kd3 kunnen zijn. De koning van wit komt bij de pion en kan naar voren. Helaas is de zwarte koning er dan ook als de kippen bij om voor de pion te komen. Bijv. 10. Kd3, Kf6; 11. Ta1, Ke6; en 12 … Kd6/Kd7. Daarna verdedigt zwart zich met de derde rij verdediging. Als je die niet kent, zoek dan de Philidor-positie op. Dat kan je veel helpen bij toreneindspelen en is een van de belangrijkste dingen die je van het toreneindspel zou moeten weten.

Optie 2 is beter: afsnijden van de zwarte koning. Wit speelde in de partij dan ook 10. Ta3, Th2+; 11. Kd1 (11. Kd3 verliest de toren na het röntgenschaak Th3+). 11. … Kf6; 12. Te3. De zwarte koning is afgesneden en het lijkt erop dat wit in alle rust zijn c-pion kan opspelen. Schijn bedriegt. 11. … Kf5! alvast de goede kant op, maar de reden zal straks pas blijken. 12. Kc1

Belangrijk moment: hoe verdedig je met zwart? Richard kent kennelijk zijn toreneindspelen… 12. … Th8! Wat zijn de opties?
A. 13. Kd2: nu gaat zwart schaakjes geven vanaf de 8e rij, wederom met maximale ‘checking distance’. In de partij ging het bijv.: 13. Kd2, Td8+; 14. Kc3, Tc8+, 15. Kb2, Tb8+; 16. Kc1, Th8 en wit is weer terug bij af. Als wit ooit de toren ertussen zet met bijv. 14. Td3, dan speelt zwart bijv. 14. … Tc8 en is de zwarte koning niet meer afgesneden, zodat 15. Te3 bijna weer verplicht is.
B. 13. c4: nu gaat zwart weer terug: 13. … Th2! De witte koning wordt afgesneden. Overigens houdt ook 13. … Tc8 remise.
C. 13. c3 is het zelfde als 13. c4. Ook hier werken zowel 13. … Th2 als 13. … Tc8.

Het is goed om te weten dat het idee met Tc8, de Frontal Defence dus, werkt met de vrijpion t/m de 4e rij en de koning 2 lijnen of minder is afgesneden. Een voorbeeld:

Stel dat wit begint met een zet als 1. Te2. Nu maakt zwart remise met 1. … Kf6. Andere zetten verliezen:
A. 1. … Th8 2. c5 en wit wint. Afsnijden langs de 4e rij is niet genoeg na: 2. … Th4; 3. Kb3, Tg4; 4. c6, Tg6; 5. Tc2 of 4. … Tg8, 5. Kc4.
B. 1. … Tc7 is dan weer niet goed genoeg, omdat we niet maximale ‘checking distance’ hebben. Bijv. 2. Kb4, Tb7+; 3. Kc5, Tc7+; 4. Kb5; Tb7+; 5. Kc6 en wit loopt door.
C. 1. … Kf4 Nu gaat de zwarte koning te ver. 2. Te6! en wit snijdt de zwarte koning af over de 6e rij. Wit wint bijv. met 2. … Kf5; 3. Tb6, Ke5; 4. Kb4, Kd4; 5. Td6+, Ke5; 6. c5! en nu is de frontal defence niet goed genoeg meer (pion op de 5e, dus is de checking distance net als bij optie B te kort en kan de witte koning naar c7 lopen zonder de dekking van de c-pion op te hoeven geven). Wit kan zijn pion hierna in alle rust naar de overkant brengen om af te sluiten met het befaamde bruggetje bouwen, oftewel de Lucena-positie.

Na 1. … Kf6 moeten we nog 1 horde nemen. 2. Te4 is een interessante poging. 2. … Kf7 ziet er misschien natuurlijk uit, maar verliest. De pion staat immers gedekt en de koning kan dus gewoon naar voren lopen. Met 2. … Kf5! houdt zwart echter remise, omdat wit moet kiezen om ofwel de zwarte koning af te snijden, maar dan kan hij zijn pion niet blijven dekken, ofwel om zijn pion te blijven dekken op de 4e rij, maar dan kan de zwarte koning voor de pion komen. Nu begrijpen we ineens ook waarom 11. … Kf5 in de partij van Richard ‘de goede richting is’ in dit eindspel.

Richards tegenstander probeerde het nog een poosje, maar Richard maakte geen fout. Een zwaar bevochten remise.

Na deze digressie komen we terug bij de wedstrijd. Die was namelijk nog gaande en wel met de spannende 3,5-3,5 tussenstand. Basje speelde nog op bord 1 en had, zoals gezegd, niet het betere van het spel. In het eindspel van 2 paarden tegen 2 paarden met pionnen alleen nog op de koningsvleugel had bas een pion minder. Dat werden er 2 minder. In de onderstaande stelling wist Bas echter de laatste twee pionnen van zijn tegenstander onschadelijk te maken.

In deze stelling speelde Bas sterk 1. Pf4+! Het idee is dat 1. … exf4 niet kan, omdat je na 2. Kxf4 niets doet tegen 3. Pxf5. Na 1. Pf4+ volgde 1. … Kf6; 2. Pd5+ en nu volgt de 2e pointe. Op 2. …Ke6 ga je terug met 3. Pf4+, dus je moet wel 2. …Kg5 proberen. Nu komt het tweede schijnoffer met 3. Pxf5! Na 3. … Kxf5, 4. Pe7+, Ke6; 5. Kxe4, Pf2+; 6. Kf3 en nu bereik je na 6. … Kxe7; 7. Kxf2 een remise pionneneindspel, omdat de zwarte koning nooit een sleutelveld kan bereiken. De partij eindigde met 6. …e4+; 7. Kxf2; e3+; 8. Kxe3. 4-4.

Het was een spannende wedstrijd die alle kanten op kon gaan. Als Micha had gewonnen en Fokke niet had verloren, hadden we waarschijnlijk gewonnen. Als bas en Richard echter niet hun lastige eindspelen hadden gehouden, hadden we zeker verloren. Al met al was de 4-4 een goede afspiegeling van de krachtsverhoudingen gisteren. Winterswijk veroverde met het punt een plek boven de streep, maar krijgt het nog zwaar. In een onderling duel met Apeldoorn kunnen zij zich echter ook nog veilig spelen. Met de 4-4 zijn wij ook theoretisch veilig, ook al hebben we geen kans meer op promotie. De twee slotduels spelen we dus alleen nog voor de New in Chess-schoonheidsprijs…

Één reactie
  1. Mooi verslag (inclusief een college toreneindspelen)
    En idd bizar dat het na 5. Ta2 remise is…

.