Dinsdag 16 januari kregen we de mannen van ZSG 5 op bezoek. Het werd een spannende confrontatie.
Zelf genoot ik de twijfelachtige eer als eerste de nul te mogen incasseren. Mijn tegenstander verprutste de (Schotse) opening nogal, vond ik. Hij zat opgewekt tussen zijn tanden te fluiten en zette snel, dus concludeerde ik dat hij de problemen waarschijnlijk niet zag. Je voelt al aankomen waar het heen gaat: degene die de problemen niet zag was ik. Overmoedig zette ik in het middenspel mijn toren midden in een mijnenveld van lopers en paarden. Daar wist hij wel raad mee. Door wat slimme tegenzetten kon ik de schade beperken tot twee pionnen, maar inmiddels was er niet meer over dan een dame en een licht stuk voor ieder, plus nog wat pionnen. Toen ik de dame op een veld zette waar hij afgeruild kon worden was het bekeken.
De volgende nul werd gescoord door Johan op bord één. Hij had een goede gelijke stand op het bord gekregen, maar deed een verkeerde paardzet, die hem zijn paard kostte en zijn stelling deed instorten. Overigens bleek in de analyse achteraf, met behulp van Roel, dat er nog wel een tegenaanval mogelijk was geweest, maar praten achteraf levert helaas geen punten op.
Het eerste tegenpunt kwam van Raymond, die met zwart speelde.Na een moeilijke opening belandde hij in een stelling die er eng uitzag, met een witte toren plus dame op de open h-lijn. Maar Raymond hield de verdediging goed gesloten. Zijn tegenstander had zijn koning nog in het midden staan en daar ging Raymond recht op af. De Zwollenaar bleek plotseling een gebrek aan stukken te hebben voor de verdediging, zodat Raymond hem mat kon zetten.
Maar de achterstand liep weer op. Piet hapte in een gelijke stelling in een vergiftigde pion, die hem slecht bekwam. Het kostte hem een toren. De Zwollenaar maakte het verder rustig af. Achterstand: drie – één.
Henk op bord zes had een redelijk gelijke stelling op het bord gekregen, maar daar zat een mooie loper in, die op de hoek van de vijandelijke koning gericht stond. En naarmate er meer stukken verdwenen werd die loper steeds sterker en ging prettig samenwerken met een toren op de open h-lijn. Toen zijn tegenstander een beetje meewerkte door een verkeerde pionzet te doen, won Henk zijn tegenstanders toren en zette hem mat. Drie – twee.
Nu Bjintze nog. Bjintze aan bord vier met wit had zijn stelling geleidelijk aan steeds meer verbeterd. Zijn tegenstander had niet gerokeerd, wat hem kwetsbaar maakte. Bjintze won een kwaliteit, zijn tegenstander liet zijn enig overgebleven toren insluiten, waarna Bjintze het verder zonder haperingen afmaakte en nog net het gelijkspel binnensleepte.
Theo de Jong
Hoi Theo,
bedankt voor t verslag:)
Misschien dat het wellicht leuk is als mensen hun partijen bijvoegen?
laat ik wat dat betreft een voorsprong maken.. hier volgt mijn partij… in tegen stelling tot Theo heb ik weinig dreiging ervaren van die dame en torn op de open H lijn. De tegenstander had zich mijn inziens niet met aan vallen bezig moeten houden, althans niet op de manier waar hij zich van bediende… enfin hier volgt de partij http://www.geocities.com/r54321nl/extern1617.html
Mooie partij inderdaad Raymond. Goed gespeelde opening (10. …e5! was denk ik sterk), lekker stukkenspel en uitstekend afgemaakt. Je hebt ook helemaal gelijk wat betreft wits aanval over de h-lijn, die is gedoemd te mislukken. Dit komt omdat Pf6 veld h7 verdedigt en omdat dit paard niet weggehaald kan worden door wit. En als zwart, zoals je gedaan hebt, zelf een winnende aanval krijgt, dan maakt het niet eens uit of wit op h7 kan slaan: de zwarte koning kan altijd via f6/f8 weglopen.