Met opgeheven hoofd terug naar de 2de klasse (door Ferdinand Binnendijk)

Na de wedstrijd in Hoorn was het al zeer onwaarschijnlijk dat we konden handhaven. Tegen Philidor viel het doek definitief. Een jaartje deden we mee met de grote jongens en viel het te vaak allemaal niet onze kant op. Het ontbrak voor de eerste klasse aan een beetje firepower en het nodige geluk.
Nu hadden we nog één wedstrijd de kans om toch die eretreffer te maken, en zowaar, die kwam er. Met negen man nog wel tegen Caïssa uit Amsterdam, een team dat tot voor kort volop meedeed om het kampioenschap.

Een lekker loopje van station Amsterdam Zuid naar het Roelof Hartplein, waar Caïssa 1, 2 en 3 de thuiswedstrijden afwerken, friste onze breinen op. Om de hoek van de locatie werden we, met name ik, nog even op scherp gezet door een wat norsige jongeman met bontkraagje die min of meer per abuis met zijn vélocipède op het trottoir was beland, en daarmee een niet geringe snelheid aanhield.
Hij nam abusievelijk aan dat we, met name ik, hem alle égards zouden verlenen door hoffelijk een stap opzij te zetten. Hier was duidelijk sprake van een misverstand. Het stuk vreten schold ons, met name mij, de huid vol met allerlei ziektes, ook omdat de verbinding tussen zijn trapas en achterwiel er niet zo jofel meer bij hing na een onfortuinlijke botsing met mijn tas. Nadat we, met name ik, hem en plein public een sukkel hadden genoemd, stapten we de speellocatie binnen. Een heerlijke schaaktempel met vriendelijk volk, haast een oase in de hectische omgeving waartoe Amsterdam is verworden de afgelopen decennia.

De teamleider van Caïssa was niet erg blij dat hij zelf geen tegenstander had, nadat bij ons Andries op het allerlaatste moment moest afhaken wegens niet fit. We konden het ook niet meer verhelpen met andere vaste krachten, Stefan viel al in (waarvoor hulde!). Bord 2 bleef zodoende leeg en zo stonden al 1-0 achter bij aanvang. Dit werd al snel rechtgetrokken door Dennis, die een overval kon plegen op de damevleugel van Arno Bezemer voordat die de kans had zijn koning in veiligheid te brengen.

Stelling na 16.Pd4!?, een tijdelijk stukoffer. Er volgde 16…Lxd2 17.cxd5 Lb4?
Hier heeft zwart geen tijd voor!
18.d6 Tc3 19.Db1 Pxd6 20.Lxd6 Lxd6 21.Pxf5 Pxf5 22.Dxe4+

 

Nu gaat de ontwikkelingsachterstand hard tellen. Zwart speelt met een toren minder.
22…Pe7 23.Txd6 Dxa2 (zwart kan immers nog steeds niet rokeren..) 24.Lh5+ g6 25.Tfd1 en dat de engine nu 0-0 als beste zet geeft, ondanks de ruïne die dan overblijft, geeft wel aan hoe verloren dit is.

De andere grootmeester in het huis beleefde een heel andere partij. Het gaat om wandelende schaaklegende Hans Ree, die naast een enorme stapel schrijfsels over schaken ook een aantal Nederlands Kampioenschappen op zijn naam heeft staan. Ik kende uiteraard de naam (wie niet?), maar een recent gezicht had ik er niet bij. Enigszins verrast was ik dus toen hij zich aan mij voorstelde. Zit deze man echt op bord 6? Even checken bij de wedstrijdleider leerde dat hij echt op bord 6 zat. Hij drinkt tijdens de partij ‘koffie, met niets’. Dan weet u dat ook weer.
Iets meer op intuïtie en iets minder op rekenkracht dan in zijn hoogtijdagen schoof hij tegen mij de volgende stelling op het bord:

 

Een solide voordeeltje voor wit, als hij Pxc7 doet en daarna bijvoorbeeld torens verdubbelt op de e-lijn. Er kwam echter 19.b4?! (dit helpt vooral zwart met het organiseren van tegenspel) Db6 20.Pc3? cxb4 en hier schoot Ree van schrik toch maar even in de denktank: als hij terugslaat 21.axb4 volgt Dd4, een nare dubbele aanval en na het gespeelde 21.Pa4 Da6 22.axb4 Dxc4 23.Tfc1 Dxd3 24.Txc7 Pe5 heeft zwart ook ineens prachtig samenwerkende stukken. Er volgde nog een overoptimistische zet: 25.Txe7? Tbf8! en nu heeft wit toch een serieus probleem:

 

Dekken met 26.Tf1 gaat niet. Puzzel: waarom niet? Het antwoord vind je onderaan dit verslag. Van ellende speelde wit maar 26.f3 Pxf3+ 27.Kh1 Pe5 (er was een matdreiging op g7! Maar nu dreigt er weer mat op f1) 28.h3 Dg3 29.Tg1 Tf1 30.Dc3 Txg1+ 31.Kxg1 Pf3+ 32.Kf1 Ph4+
De koning wordt volledig uitgerookt. 33.Ke2 Dxg2+ 34.Kd1 Dxd5+ 35.Kc1

De schade is opgelopen tot drie pionnen, maar de tijd begint te dringen voor de veertigste zet dus het leek me slim om het punt risicoloos veilig te stellen.: 35…Dg5+ 36.De3 (anders valt de toren) Dxe3+ 37.Txe3 Tc8+ 38.Kd2 Pf5 en enkele zetten later was mijn eerste GM scalp een feit.
Bij Bas de Boer, Roel en Richard ging het allemaal ook crescendo. Bij Roel stond het bord in brand in een middenspel zonder dames. Zwaktes op de zwarte velden en beperkte stukkenactiviteit werden de tegenstander fataal in een niet foutloze, maar wel razend interessante partij. Aangezien ik niet goed weet waar ik moet beginnen, hier een diagram wat de culminatie van de witte strategie mooi weergeeft.

 

39.Kh6!
Zoals ik met Dennis besprak toen we zelf klaar waren, zijn de zwartveldige lopers geruid, maar wit heeft nog wel een zwartveldige koning die als een verschrikkelijke loper functioneert en helpt met mat pompen. Wat moet zwart doen? Er dreigt Pf7+, Pxe5+, Pd7+ dus toch maar die koning wegjagen: 39…Pg8+ 40.Lxg8 Kxg8 41.Tg7+ en opgegeven wegens Kxh7 en mat op f7/g8.

Dan de partij van Bas. In een Budapester gambiet zat Bas vanaf de witte kant dieper in de theorie dan de tegenstander.

De laatste zet 19…b6 was een mispeer: 20.c5! KRAK bxc5 21.Pxc7 SCHEUR Pxc7 22.Tb7 Pe5 23.Lxe5 Dxe5 24.Txc7 met groot voordeel. Er kwam nog een tactische misser:

 

 

24…Lb5? 25.Lxa8 Lxf1 26.Df3! De8
Had Bas dit gemist? Nee, de dame gaat weg met tempo: 27.Dg3 en nu had zwart niks beters dan een straalverloren eindspel ingaan met 27…Dg6 28.Dxg6 hxg6 29.Ld5 etc.
Op de onderste borden zaten nog twee halfjes in het vat – een plusremise bij Micha en een minusremise bij Bas Dudink, die nog net op tijd een heel gevaarlijke vrijpion wist te arresteren –  dus het punt van Richard betekende de volle mep, de zo gewenste eretreffer waarmee we ons moeizame seizoen op dit hoge niveau nog wat extra glans gaven.

 

Positioneel is er al het een en ander misgegaan voor de witspeler. Met deze structuur moet veld d6 in handen zijn of een vette koningsaanval aan de gang zijn. Maar in het eindspel is zwart de baas. Er kwam 27.Te2 Lxc5 een lekker snackje, zou je denken, maar de engine is het er niet mee eens! 28.d5 en zwart heeft niks beters dan het gewonnen materiaal terug te geven met Lxe3, want het gespeelde 28…Lf8? laat Lb6! toe. Wit dacht iets slims te hebben gevonden met 29.Ld2?, wat de penning op de d-lijn opheft, maar de koude douche in deze stelling is 29…Da4! waarna zwart materiaal voor blijft.

 

 

De stelling van de slottruc. Wit heeft net Th6 gespeeld en er “dreigt” Pg6+. Ik zie niet wat er mis is met d2, maar Richard was ook weer flink in tijdnood vanaf ongeveer de opening, en we zijn altijd blij als hij zonder kleerscheuren de veertigste zet haalt. Hier met de simpelste, en leukste, winst die er is. 40…Dxf4 wel zo makkelijk! De d-pion loopt door en wit kan een rook count doen.

Dat Rienk en Stefan de vlag moesten strijken, en dat het inferieure Heineken de standaardeenheid was in wat verder een vijfsterrenlocatie voor denksport is, mocht de pret niet drukken. In feeststemming schoven we aan bij Indisch Restaurant Anjappar, tussen het Roelof Hartplein en het Concertgebouw, waar Micha tevergeefs een zo min mogelijk gekruid kindermenu probeerde te bestellen. Het eten was verrukkelijk, vond iedereen behalve Micha. Qua drinken was het een ander verhaal “gewone thee, ik wil gewoon GEWONE thee, niet al die Indiase meuk, hebben jullie dat?” (ook Micha) bleek er niet te zijn en de koffie was ronduit smerig. Bas Dudink deed toch een adtje van het spul maar dit had een dusdanige invloed op zijn bewegingssnelheid dat we een trein later moesten nemen dan strikt noodzakelijk. Het kon de brede glimlach niet van onze gezichten vegen.

Oplossing vraag: 26…Pf3+, niet 26. Dxf1+.

Plaats reactie