Ivan Sokolov – Wouter Spoelman, NK 2013, Amsterdam, na 28. Dh4-h5.
Wit heeft in de opening een pionnetje geofferd voor het loperpaar en een ontwikkelingsvoorsprong. Daarna heeft hij geleidelijk de druk verhoogt op de zwarte koningsstelling. Beide lopers loeren nu gevaarlijk naar binnen en alle zware stukken doen een duit in het zakje. Toch is zwart niet overspeeld. Hij heeft zijn ontwikkeling goed kunnen voltooien, en hij heeft het materiaalvoordeel van een pion vast weten te houden.
Een belangrijke techniek in zo’n geval is het teruggeven van materiaal, in ruil voor het initiatief. Zwart speelde hier
28…Pg5?
en na
29. h4 Da5
had wit kunnen winnen, zie een vorig bericht op deze site.
Maar in de diagramstelling heeft zwart nog een heel soepele en natuurlijke verdediging, gebaseerd op het principe van teruggeven van materiaal. Te denken valt aan een pionnetje, of aan een kwaliteit tegen een pion. Zien jullie welke zet ik bedoel?
28…Pd6! was zwarts beste kans. De pointe is dat 29. Dxh6 kan worden beantwoord door 29…Pf5! en plotseling staat zwart plezierig. Als wit ruilt met 30. Lxf5, exf5 komt de e-lijn voor wit onaangenaam open. Ruilt wit niet dan moet hij wijken met de dame, waarna zwart bijvoorbeeld dameruil kan aanbieden. De zwarte stukken staan dan mooi centraal en actief opgesteld, wat compensatie biedt voor het feit dat wit het loperpaar heeft.
Wit heeft echter wel een voortzeting die tot licht voordeel leidt: 29. Lxd6! Zwart moet nu wel met de toren terugnemen, want nemen met de dame leidt tot geforceerd mat! (Hoe?) 29…Txd6 30. Dxh6 f5. Wit heeft de pion teruggewonnen, en blijft lichte druk houden op de zwarte stelling.