Na twee kleine nederlagen in de tweede en derde ronde boekte het derde team een nuttige overwinning in de vierde ronde van de OSBO-competitie. Het werd 1,5 – 4,5 in de uitwedstrijd tegen Twello 3, waardoor we 4 uit 4 hebben gehaald en onze positie in de derde klasse B redelijk veilig is geworden.
Aan het eerste bord speelde Luit met wit remise in een gelijkopgaande partij. Misschien had zijn tegenstander alleen een kleine mogelijkheid van initiatief na 13. De2, f5.
Mogelijk is 14. e*f5, g*f5, 15. f4. Luit speelde hier 14. f3. Nu zou zwart hebben kunnen reageren met f4. Hij deed echter 14…., f*e4. Er volgde 15. P*e4, b6 en wit staat iets beter. Tenslotte eindigde de partij in remise.
Jean veroverde aan het derde bord, met wit aanvallend spelend, een materiele voorsprong van twee pionnen alsmede het bezit van het loperpaar.
Uiteindelijk offerde hij een toren om mat te kunnen zetten: 36. T*f8, K*f8, 37. Dc8+: 1,5-0,5.
Johan bereikte met zwart remise aan het zesde bord. In een gelijk opgaande partij kwam hij na 20. Ph4 wellicht iets beter te staan.
Er volgde 20…,T*f2, 21. T*f2, T*f2, 22. D*f2, g5, 23. Pf5, Df8, en het staat gelijk. Het werd uiteindelijk remise na 32 zetten: 2-1.
Mijn partij (met zwart) aan het tweede bord verliep voorspoedig. Ik veroverde materiele voorsprong in de volgende stelling na 22.Pf3.
Er volgde 22…,c*d3, 23. L*d3, d*e4, 24. L*e4, P*e4 (loperverlies voor wit), 25. Kh2, Tad8. Uiteindelijk gaf wit op na 39 zetten. Daarmee werd de stand 3-1.
In het begin van zijn partij profiteerde Henk aan het vierde bord van de trage ontwikkeling van zijn tegenstander. Hij veroverde de kwaliteit, en hield een pion voorsprong over.
In de slotstelling stond Henk nog steeds iets beter, maar met remise stelde hij onze overwinning veilig: 3,5-1,5.
Tenslotte bereikte Anne Bert aan het vijfde bord met wit een gewonnen stelling met een vrijpion op de a-lijn.
Na 41. Kc4, f5, volgde 42. a4, Lh2 en zwart bood hier remise aan. Om begrijpelijke redenen weigerde Anne Bert het aanbod, dat later nog eens herhaald werd. Zes zetten later gaf zijn tegenstander terecht op. Zo werd de eindstand 4,5-1,5. Hiermee hebben we weer een redelijke middenpositie bereikt.
De gedetailleerde uitslagen:
| L. Oomkes (1717) | – | J. Busch(-) | 1/2 – 1/2 | |
| A. Braam (1582) | – | G.Hazelaar (1478) | 1-0 | |
| J. Pauptit (1638) | – | T. Klarenbeek (1383) | 1-0 | |
| H. Vosmeijer (1552) | – | S. Novkovic (1493) | 1/2-1/2 | |
| A. B. ten Kate (1505) | – | R. van Swam (1374) | 1-0 | |
| J. Buwalda (1435) | – | F. Frijlink (1399) | 1/2-1/2 | |
Arno Braam.
Mooi verslag, opnieuw prachtig versierd met diagrammen en het is natuurlijk goed om te zien dat het derde zich richting veiligheid speelt.
Iets inhoudelijks:
in de partij van Luit deed Luit de beste zet met 14. f3.
Zeker niet 14. exf5?! gxf5 omdat dan in het geval van 15. f4, e4! zwart nu al een gedekte vrijpion heeft (ok, het wordt nog een lange weg, maar dat grote eindspelvoordeel heeft zwart nu al) of in het geval van iets anders dan 15. f4 heeft zwart een heel breed en sterk centrum.
Dus 14. f3 is beter (je geeft geen centrum weg of een vrijpion). 14… f4 zou inderdaad de goede zet zijn ook voor zwart: het pakt ruimte en maakt de witte loper slecht. Toch is dit niet zo slecht voor wit. In deze variant spelen we namelijk de loper naar e3 omdat hij dan kan helpen over de g1-a7 diagonaal (anders kan hij misschien beter op d2 staan, dan dekt de dame op e2 ook nog pion e4). Maar de loper staat juist goed op e3 (of na 14… f4, 15. Lf2 op f2) omdat het veld c5 ondersteunt en later pion a7 aanvalt (en vanaf f2 verdedigt hij ook nog eens de koning).
Waarom is dat zo belangrijk? Het witte plan is namelijk in het Konings-indisch om aan te vallen op de damevleugel. Dit kun je eigenlijk alleen doen met Tc1, Le3/f2, b4 en c4-c5, want de damevleugel moet meer open worden, anders kan je niet aanvallen. Wit heeft voordeel als zwart dan niet heel snel op de koningsvleugel gaat aanvallen: de zwarte loper op g7 kan immers niet meehelpen op de damevleugel en alle witte stukken wel, waarna zwart dus eigenlijk een stuk achter staat.
M.a.w. ‘sla nooit op f5 ook al is het goed’, meestal geef je zwart ineens een voordeel.
Hmm, het is een beetje een epistel geworden… Hoe dan ook, gefeliciteerd Meppel 3 met deze grote overwinning en laten we hopen dat volgende week ook andere teams dit voorbeeld zullen volgen.
mooie combinatie van Jean
arno, hoe krijg je zo’n stelling voor elkaar, het lijkt alsof je een stuk of drie zetten extra hebt mogen doen 🙂