MSV 1 – PION 2

Zaterdag 6 oktober speelde het eerste team van de M.S.V. zijn tweede seizoenswedstrijd. Het was de thuiswedstrijd tegen PION (Punten Is Ons Nevendoel) uit Groesbeek. Het was de eerste keer dat teams van beider verenigingen in competitieverband de degens kruisten. PION was vorig seizoen gepromoveerd vanuit de eerste klasse en zodoende één van de sympathiekere teams voor ons: punten was dan wel hun nevendoel, ons doel was zoveel mogelijk bordpunten maken. In ieder geval beter dan de T-shirt score, want die was slechts 3 uit 8. Twee van onze spelers hadden een voorkeurkleur, waaraan voldaan kon worden, de anderen werden opgesteld op basis van hoogst mogelijke effectiviteit.
De wedstrijd trok gedurende de middag ook nog enkele toeschouwers. Bas was de eerste die zijn hoofd om de deur stak, later gevolgd door Sibbele (en aanhang) en Jean.

Dan de wedstrijd zelf. Dat we gingen winnen was al snel duidelijk, omdat op een aantal borden al snel een winststelling stond. Na 2½ uur spelen kwam het eerste punt binnen, door Roel gedrukt, en al voor de eerste tijdcontrole stond het al 5 – 0. Uiteindelijk werd het 6½ – 1½ doordat onze laatste borden zichzelf voorbij liepen.
Onderstaand in chronologische volgorde een korte omschrijving van wat er op de diverse borden gebeurde, geschreven door de Meppeler acteurs zelf.

Bord 5, Roel (zwart) – Janssen:

Tegenstander opent met 1.Pc3?! en 2.Pf3?! Al heel snel is het centrum overlopen door zwarte pionnen, staat het koningspaard op b3, het andere paard terug in de startblokken en is wit sterk verzwakt met f3 en g3. Roel probeert de stelling meteen omver te drukken, maar wit kon zich nog redden. Dames gaan eraf en zwart houdt ontwikkelingsvoorsprong en een ijzersterk loperpaar. Wit houdt het dan niet lang meer, verliest zijn e-pion, waardoor zwart een vrije e-pion krijgt en mede door het niet te ontwikkelen paard van b1 loopt deze vrijpion onmiddellijk en ongehinderd naar de overkant:

Bord 2, Alwin (wit) – Gielen:

Siciliaans met 1. e4, c5 2. Pf3, e6 3.d4, cxd4 4.Pxd4, Lc5 ken ik niet, maar weet wel wat motieven in dit soort stellingen, dus 5.Pb3, Lb6 en nu? 6.c4 of Dg4 lijkt wel aardig, maar uiteindelijk toch gekozen voor 6.Pc3 (om dan op Df6 met 7. De2 en 8.Pa4 te vervolgen). Zwart speelde Pge7 en dreigt wellicht d7-d5, dus 7.e5, Pbc6 8.Dg4. Nu moet zwart waarschijnlijk 0-0 of Pg6 spelen en dan speelt wit f2-f4 en staat wel aardig. Maar zwart deed 8…,Pxe5?? 9.Dxg7, Pfg6 10.Pe4, d5 11.Lg5 en zwart kan opgeven.

Hij probeerde nog 11…,Lxf2+ 12.Ke2 (Niet Kxf2 wegens Db6+) ,Dxg5 13.Pxg5 en gaf 15 zetten later toch maar op.

Bord 4, Bart (wit) – Auwens:

Siciliaans in de voorhand met c6 en d4: wit komt uiteindelijk in een Benoni-achtige stelling terecht na verzuimd te hebben op d5 te slaan. Ik weet mij hieruit in het middenspel te bevrijden door het zwarte centrum op te blazen. Onder druk van de klok doet mijn tegenstander in het vervolg een serie mindere zetten, waarna het voor hem dweilen met de kraan open werd. Met nog 1 minuut op de klok en een kwaliteit en 2 pionnen minder gaf hij op.

Bord 3, Menno (zwart) – Zollinger:

Koningsindisch met dxe5, maar wit hield de dames gelukkig wel op het bord. Wit kreeg voor pion b2 een dreigend uitziende aanval (“sla nooit op b2, zelfs niet als het goed is”), maar het ging uiteindelijk wonder boven wonder net niet uit, waarna zwart met zijn twee pluspionnen het eindspel uit kon schuiven.

Dit was (ongeveer) de stelling die ontstond, nadat zwart met zijn dame op rooftocht was gegaan op de witte damevleugel. Wits laatste zet was Pa4-c5, waarna zwart zich gelukkig kon redden met 1…,Db6+ 2.Kh2, Db6.
Een meevaller.

Bord 6, Gerhard (wit) – Bouwman:

Wit kreeg een Maroczy-opstelling en het werd een moeizame partij, want het was moeilijk verder te komen. Ik had de hele partij druk en zwart deed een paar onnauwkeurige zetten.
Wit kreeg in tijdnood een vrijpion, die doorliep en de partij besliste.

Bord 1, Richard (zwart) – De Valk:

Een Siciliaanse partij, Alapin variant (2.c3) Er komt een stelling met een geïsoleerde pion op het bord, maar alle stukken staan er nog op en de stelling staat steeds op springen. Ik denk weer te lang na en kom in vliegende tijdnood. Wit verzwakt de koningstelling en dan volgt een sterk kwaliteitsoffer. Wit haalt nog een eindspel met minuspion, maar verliest dit snel.

Bord 8, Kees – Brinkhof:

Kees wilde voor de verandering graag een keer met wit spelen en koos de Spaanse ruilvariant om op winst te spelen. De stukken werden in rap tempo geruild, totdat er een paardeindspel op het bord kwam, waarin zwart nog steeds met zijn zwakke dubbele c-pion zat. Op dat moment ging Kees echter in de fout door een paar keer de verkeerde zetvolgorde te spelen. Dat kostte hem een pion en zijn teamgenoten dachten dat een nederlaag in het verschiet lag. Kees echter wist toch de remisehaven te bereiken.

Bord 7, André (zwart) – Molenaar:

Ikzelf was als laatste nog bezig. In een Koningsindische partij had ik steeds aan het roer gestaan, maar op een gegeven moment het verkeerde plan gevolgd. Ik had gewoon op de koningsvleugel moeten blijven spelen, maar ik koos ervoor ook druk uit te oefenen op de damevleugel. Daar zat ook een kleine combinatie in, maar dat bleek helemaal niet goed uit te pakken. Fritz blijkt het overigens ook voor te stellen!

1…,b5?! 2.Lxb5 (Pxb5, Txc4), Txc3 3.Dxc3, Dxb5+ 4.Ke1, Lh3?? Door de positie van de witte koning lijkt het aardig, maar wit heeft wel een vrijpion overgehouden, die ijzersterk blijkt. (4…,Tc8 was beter geweest en volgens Fritz heeft zwart een klein voordeel.)

Dat besefte ik toen nog niet, want ik sloeg nog een remiseaanbod af. Achteraf een foutje, maar dat had ook te maken met de stand van de wedstrijd. Daarin hadden we de winst eigenlijk al bereikt en de stelling was het waard om een risicootje te nemen.
Na de kleine combinatie hield wit een vrijpion over en die was razendsnel en wist ik ondanks mijn loperpaar niet meer tegen te houden. Wit maakte het overigens krachtig uit.

MSV1	rating	PION 2	rating		verschil	verwachte score	score
Richard	2220	De Valk	1885		335	0,88	1
Alwin	1950	Gielen	1862		88	0,62	1
Menno	2030	Zollinger	1764		266	0,82	1
Bart	1934	Auwens	1802		132	0,68	1
Roel	2003	Janssen	1823		180	0,74	1
Gerhard	1922	Bouwman	1770		152	0,70	1
André	1871	Molenaar	1803		68	0,59	0
Kees	1869	Brinkhof	1740		129	0,67	0,5
	1975		1806			5,71	6,5

Andre Klomp